Misschien met wat vrijwilligers. Ja toch?
Het is al een stuk in de voormiddag wanneer het mobieltje van de burgemeester trillend van zich laat horen. Omdat hij de handen niet onmiddellijk vrij heeft, duurt het even voor hij het kleine onding kan bovenfrummelen. "Lap, te laat!", "Ze kunnen een berichtje inspreken. Ik ben nu even druk hier." zegt hij geamuseerd terwijl hij de pollepel - die hij net gehaast in de handen stopte van de kleuterjuf - terug opneemt.
"Voor wie nog een kommetje soep?" roept hij de kleuters welgemeend lachend toe.
Een aantal kleuters kijken ietwat verbaasd toe.
"Wie is die kerel?" fluistert een jongen. "Is dat de producent van die vunzige soep? Hoe heet die soep al weer? Is het Royco?"
"Neen, het is de burgemeester" snauwt een meisje hem toe.
"De burgemeester? Moet die niet een hoge hoed, witte handschoenen en zo een tricolorelint om zijn middel?"
"En, dan krijgen we hier straks ook nog Samson en Gert over de vloer" prevelt er eentje "want mama zei dat die ook wel naar het Rijversfestival zullen komen."
De kleuters weten even van geen hout pijlen maken als de man die de pollepel hanteerde hen ook nog eens wenkt om het wat kalmer aan te doen met de pureeaardappelen en het appelmoes.
"Ja, kinderen, ik moet het vlees nog in kleine stukjes snijden hé" grapt de burgemeester.
De kleuters van de kleuterschool in Ronsele snappen het allemaal niet zo goed. Verschillende keren neemt de man met de gulle handelingen het woord "vrijwilligers" en "vrijwilligerswerk" in de mond. De twee dames die hij voortdurend in de watte legt moeten waarschijnlijk onder die noemer thuishoren want zij reageren schaterlachend op al zijn interventies.
"Kijk, kijk". "Nu gaat hij ook nog helpen met de afwas" stompt een blonde kop zijn vriend aan.
"Dat zullen we beter niet zeggen thuis" fluistert een meisje. "We kunnen het onze vaders niet aandoen dat ze onder dwang van wat hier deze middag gebeurt dagelijks in het gareel gestopt worden door onze moeders".
"Ik durf wedden dat hij dat thuis niet eens doet" mompelt een hunner.
Plots richt de burgemeester zich tot die laatste. De kerel in kwestie doet het bijna in zijn broek. Hij bidt en prevelt hopend dat de burgemeester niet gehoord heeft wat hij net stamelde.
Omdat hij een tijdje geleden thuis ook al eens in zo een situatie belandde, hoopt hij er met een staaltje "aangeleerde hulpeloosheid" onderuit te komen. Bij papa heeft het die keer ook gewerkt, denkt hij.
De burgemeester stapt naar hem toe. Met al zijn non-verbale kracht zet hij zijn meest dankbare ogen blinkend open. De traan die zich een weg zoekt omwille van de nog steeds aanwezige vertwijfeling, vloeit open waardoor zijn ogen een nog dankbaardere blik blootgeven.
"En, ben je blij" lacht de burgemeester hem toe.
"Euh...neen" antwoordt de kleuter zacht.
"Maar je krijgt traantjes in de ogen" probeert de burgemeester hem te overtuigen.
"Nee neen me meneer" stottert de kleuter "ik ben b ba bang"
"Bang?" ontvalt het de burgemeester. "Jongen, waarvoor ben je bang?"
De jongen bedenkt dat hij - in de hoop dat zijn woorden niet opgevangen zijn - de waarheid beter niet verklapt en stamelt "Ik ik be ben bang voor de boze wolf"
"Ben je bang voor de boze wolf?" roept de burgemeester uit. "Maar je hebt toch geen honger meer hoop ik" fluistert hij toe terwijl hij streelt door het zwarte haar van de jongen.
Wanneer de burgemeester zich lachend omdraait en zich richt tot de vrij willige vrouwen ontsnapt de spanning uit het jonge lijfje. Oef, het heeft weer gewerkt, bedenkt het kereltje zich.
"Vroeger was ik hier ook kleuter" hoort hij de burgemeester nog toevertrouwen terwijl hij de deur uitstapt.
Eenmaal buiten begint de gelukzalige burgemeester spontaan te zingen "Honderduizend jaren terug gaan, kon ik maar. En honderduizend eeuwen teruggaan, kon ik maar. Maar ik ben zo bang van de boze wolven 's winters rond je huis. En, denk je dan aan de zomeravond toen ik bij je was".
Plots gaat zijn mobieltje weer over. Een voicebericht van de beller van daarstraks. Hij staat stil en luistert zijn bericht. "Hallo Tony, kan je snel naar de kinderopvang De Vlinder komen. Er wordt hier gedreigd met een actie omwille van de tekorten aan personeel. Kan je a.u.b. komen om de gemoederen te bedaren en oplossingen te vinden."
Hij sluit zijn mobieltje, zet het op een drafje en prevelt "Misschien met wat vrijwilligers, ja met wat vrijwilligers. Moet toch kunnen..., niet?"